U heeft een link geselecteerd die naar een andere website leidt. Als u op OK klikt, verlaat u deze website en gaat u naar een website die niet wordt beheerd door Medtronic Nederland.
Medtronic is niet verantwoordelijk voor de inhoud en het beheer van de andere website, en is derhalve ook niet verantwoordelijk voor mogelijke zakelijke overeenkomsten of transacties die via die website tot stand gekomen zijn. Het gebruik van de andere website is onderhevig aan de gebruiksvoorwaarden en privacyverklaring van die website.
Uw webbrowser is verouderd
Met een bijgewerkte browser heeft u een betere ervaring met de website van Medtronic. Werk mijn browser nu bij.
Medtronic raadt zorgprofessionals die gerichte geneesmiddeltoediening toepassen, het volgende aan:
1. Is het mogelijk om in de pomp een meer geconcentreerd geneesmiddel te gebruiken, zodat die minder vaak bijgevuld hoeft te worden?
De pomp hoeft minder snel bijgevuld te worden als de concentratie van het geneesmiddel hoger is bij een gelijkblijvende dagelijkse dosering. Voordat de geneesmiddelconcentratie wordt veranderd, moeten er echter enkele belangrijke zaken in de gaten worden gehouden.
De stabiliteit van geneesmiddelen varieert. Uit onderzoek blijkt dat de geneesmiddelen uit Tabel 2 stabiel zijn en gebruikt kunnen worden bij de in de tabel vermelde infusiesystemen. Let erop dat geneesmiddelindicaties voor de SynchroMed® II niet overal hetzelfde zijn. Raadpleeg de etikettering van het betreffende geneesmiddel voor de volledige voorschrijfinformatie, waaronder indicaties, contra-indicaties, waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en bijwerkingen.
Een hogere concentratie heeft tot gevolg dat het geneesmiddel langzamer uit de katheter stroomt. Houd rekening met de mogelijke invloed van veranderingen in de loopsnelheid op de distributie van het geneesmiddel in het cerebrospinale vocht. Een verandering in de loopsnelheid heeft mogelijk een vermindering of vergroting van klinische effecten tot gevolg. Er zijn aanwijzingen dat het risico van het optreden van granuloomvorming toeneemt naarmate de opoïdeconcentratie toeneemt.2,3 Zorg ervoor dat u een overbruggingsbolus programmeert als u de concentratie wijzigt. Als u een zorgprofessional bent met vragen over de geneesmiddeldistributie, stuur dan een e-mail naar rs.tsneuro@medtronic.com.
Neem voor technische vragen over de therapie/het product contact op met uw contactpersoon van Medtronic of met Medtronic Neuromodulation Technical Services via telefoonnummer +31 (0)45 5664629 of stuur een e-mail naar rs.tsneuro@medtronic.com.
2. Heeft Medtronic eventueel advies om de pomp efficiënter te gebruiken om zo minder vaak te hoeven bij te vullen?
Medtronic raadt zorgprofessionals aan om proactief te communiceren met hun patiënten om vast te stellen of er logistieke of coronagerelateerde problemen zijn die van invloed zijn op de geplande bijvuldata.
― Dit is een behandelingsbeslissing op grond van het klinische oordeel van de arts en in overleg met de patiënt.
― Raadpleeg Medtronic Neuromodulation Technical Services (via telefoonnummer +31 (0)45 5664629 of mail naar rs.tsneuro@medtronic.com) als u vragen hebt over klinisch bewijs voor intermitterende bolustoediening.
3. Hoe behandel ik patiënten het beste en hoe houd ik rekening met onderbrekingen in verband met de coronacrisis?
Maak om te beginnen onmiddellijk een plan:
Het is van groot belang dat u contact opneemt met uw patiënten en problemen aan het licht brengt waardoor bijvulafspraken mogelijk niet kunnen doorgaan.
4. Wat moet ik doen als de pomp van een patiënt moet worden bijgevuld en die patiënt niet naar het ziekenhuis kan komen of thuis door een arts bezocht kan worden?
Wacht niet tot de dag waarop de bijvulafspraak gepland staat. De pomp van patiënten moet worden bijgevuld vóór de datum waarop het alarmsignaal zou klinken dat aangeeft dat het geneesmiddel opraakt. Als de pomp niet op het geplande tijdstip wordt bijgevuld, kan dat tot gevolg hebben dat de werkelijke loopsnelheid van de pomp lager is dan verwacht, waardoor de geneesmiddeltoediening verandert of er helemaal geen geneesmiddeltoediening meer plaatsvindt. Dit kan leiden tot terugkeer van onderliggende symptomen, ontwenningsverschijnselen of een klinisch significante of fatale onderdosering. Als de geplande bijvulafspraak niet doorgaat, kan bovendien schade aan de pomp ontstaan, waardoor die operatief moet worden vervangen.
U kunt twee mogelijkheden overwegen:
5. Hoe behandel ik patiënten met ontwenningsverschijnselen?
Raadpleeg de bijsluiter van het geneesmiddel voor een volledige lijst van indicaties, contra-indicaties, waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen, bijwerkingen en informatie over dosering en toediening.
Zorg dat uw patiënten een geldig recept hebben voor aanvullende orale geneesmiddelen.
6. Nu er vanwege de coronacrisis grote druk staat op de beschikbaarheid van middelen en personeel, moet ik aan zorgprofessionals meer training geven in het gebruik van de pomp. Waar kan ik hulpmiddelen en informatie daarover vinden?
Neem contact op met uw contactpersoon van Medtronic of raadpleeg de pagina's over gerichte geneesmiddeltoediening voor chronische pijn en spasticiteit op de website van Medtronic (zie ook ‘Handige bronnen en informatie’ onder aan deze pagina). Neem bij eventuele technische vragen contact op met ons Technical Services-team en bij eventuele medische of klinische vragen met ons Medtronic Neuromodulation Technical Services-team. Zie de contactgegevens onder aan deze pagina.
7. Wat moet ik doen bij een patiënt die normaal zijn pomp hier laat bijvullen, maar nu in het buitenland is en niet op tijd terug kan zijn voor de bijvulafspraak?
Medtronic is bijna overal ter wereld bereikbaar en kan u en uw patiënten mogelijk helpen bij het vinden van de dichtstbijzijnde mogelijkheid (ziekenhuis, kliniek of arts) in het buitenland om de pomp te laten bijvullen. Neem voor meer informatie hierover contact op met uw contactpersoon van Medtronic. Let wel dat het enkele dagen kan duren om zo’n mogelijkheid te vinden. Neem zo vroeg mogelijk contact op met Medtronic, ruim voordat het bijvulalarmsignaal zal klinken.
8. Ik heb een patiënt met een pomp waarvan spoedig het vervangingsalarmsignaal afgaat. Wanneer moet ik de ingreep plannen om de pomp te vervangen?
Tussen het vervangingsalarm (ERI) en het einde van de levensduur (EOS) heeft u 90 dagen om de vervanging te plannen. Afhankelijk van de situatie in uw land en de ontwikkelingen rondom COVID-19, zou het verstandig kunnen zijn om de vervanging 1 à 2 weken vóór de EOS-datum in te plannen. Houdt u aan de huidige COVID-19-richtlijnen zoals vermeld op de website van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het RIVM, evenals de huidige landelijke en lokale regelgeving en de meest recente lokale COVID-19-richtlijnen.
9. Hoe behandelt u ITB-patiënten die zijn geïnfecteerd of vanwege het coronavirus in quarantaine zitten?
Houdt u aan de COVID-19-richtlijnen zoals vermeld op de website van de WHO en die van het RIVM.
10. Hoe kunnen contactpersonen van Medtronic mij gedurende deze tijd helpen?
Contactpersonen van Medtronic kunnen training en hulp bieden met betrekking tot gerichte geneesmiddeltoediening. Vanwege de vergunningenwetgeving mogen contactpersonen van Medtronic de instellingen van een pomp van een patiënt niet veranderen, ook niet in opdracht van een arts.
Onze medewerkers in het veld, die met klanten in ziekenhuizen werken, werken op nieuwe manieren samen met zorgverleners – zoals bijvoorbeeld via videoverbinding om technische ondersteuning en training te bieden – om er alles aan te doen om mogelijke blootstelling aan het coronavirus te beperken. In situaties waarin werknemers in een klinische setting blijven werken, volgen we de richtlijnen van de WHO, het RIVM en de lokale ziekenhuisrichtlijnen, om de veiligheid voorop te stellen bij het assisteren van artsen, verpleegkundigen en zorgteams. We zetten ook monitoring op afstand in om de mogelijke blootstelling aan het coronavirus voor patiënten, ziekenhuispersoneel en medewerkers van Medtronic te helpen beperken.
Contactpersonen van Medtronic dienen rechtstreeks contact met patiënten met een bevestigde of vermoede coronabesmetting te vermijden in isolatieruimtes, behandelkamers of op eerstehulpafdelingen. Als u bij een patiënt met een bevestigde coronabesmetting de hulp van een contactpersoon van Medtronic nodig heeft voor een implantatie, ingreep of controle van een systeem, probeer dit dan op een andere manier te doen, bijvoorbeeld met behulp van monitoring op afstand of u op afstand laten aansturen via een videoverbinding.
Pagina op de website van Medtronic voor zorgprofessionals over de behandeling met intrathecaal baclofen:
https://www.medtronic.com/us-en/healthcare-professionals/therapies-procedures/neurological/intrathecal-baclofen-therapy.html
Pagina op de website van Medtronic voor zorgprofessionals over gerichte geneesmiddeltoediening:
https://www.medtronic.com/us-en/healthcare-professionals/therapies-procedures/neurological/targeted-drug-delivery.html
Handleidingen van producten van Medtronic:
http://manuals.medtronic.com/manuals/main/region
Als u een zorgprofessional bent met vragen over de geneesmiddeldistributie, kunt u contact opnemen met Medtronic Neuromodulation Technical Services door een e-mail te sturen naar rs.tsneuro@medtronic.com.
Neem voor technische vragen over de therapie of het product contact op met uw contactpersoon van Medtronic of met Medtronic Neuromodulation Technical Services via telefoonnummer +31 (0)45 5664629 of stuur een e-mail naar rs.tsneuro@medtronic.com.
Saulino M, et al. 2016. Best practices for intrathecal baclofen therapy: troubleshooting. Neuromodulation. 2016;19:632–641
Duarte RV, Raphael JH, Southall JL, et al. Intrathecal granuloma formation as result of opioid delivery: systematic literature review of case reports and analysis against a control group. Clin Neurol Neurosurg. 2012;114(6):577-584.
Deer TR, Pope JE, Hayek S, et al. The Polyanalgesic Consensus Conference (PACC): Recommendations for Intrathecal Drug Delivery: Guidance for Improving Safety and Mitigating Risks. Neuromodulation. 2017;20(2):155-176.