Voor sacrale neurostimulatie (sacrale neuromodulatie of SNM) wordt een InterStim®-neurostimulator geïmplanteerd. De neurostimulator stimuleert de sacrale zenuwen (in het heiligbeen) door middel van lichte elektrische pulsjes.
De sacrale zenuwen regelen de functies van de blaas en de darmen. Als u geen baat heeft gevonden bij de meer gangbare behandelingen, kan deze therapie een optie voor u zijn.

  

Afbeelding van menselijke figuur ter illustratie van incontinentie



 Een sacrale neuromodulator is een implanteerbaar hulpmiddel dat lichte elektrische impulsen genereert die worden verzonden naar een elektrode die vlak bij de derde sacrale zenuw is geplaatst.

Het doel van deze therapie is het herstellen van de communicatie tussen de hersenen en de blaas en/of tussen de hersenen en het spijsverteringsstelsel voor het reguleren van urinelozing- en ontlastingsaandoeningen.1,2,3





De therapie bestaat uit twee fasen:

  

Hoe werkt het?De test-
of evaluatiefase



Hoe werkt het?De fase van
uiteindelijke implantatie



Proefbehandeling/Testfase

Tijdens de proefbehandeling (of testfase) kunt u ervaren of sacrale neurostimulatie uw blaas- en/of darmcontroleproblemen voldoende vermindert, zonder dat u er voor een langere periode aan vast zit.

De proefbehandeling kan een 1 - 3 weken in beslag nemen afhankelijk van uw specifieke klachten.

  • een vermindering in het aantal incontinentie-incidenten;
  • een verminderen van het aantal urinelozingen; en 
  • een toename van de tijd tussen ontlastingen.

Hoe wordt de operatie uitgevoerd?

De proefbehandeling (proefstimulatie) kan op twee manieren met een verschillende geleidingsdraad worden uitgevoerd:

  • met een tijdelijke geleidingsdraad: eenvoudig poliklinisch;
  • met een definitieve geleidingsdraad: implantatie vindt plaats op een OK of in een dagcentrum.

De flexibele draad wordt onder in de rug ingebracht, vlak bij uw stuitje.

  • De dunne tijdelijke geleidingsdraad wordt onder lokale verdoving ingebracht.
  • De definitieve geleidingsdraad wordt meestal onder algehele verdoving ingebracht. Zie Wat gebeurt er bij de ingreep.

Met een verlengkabel wordt de draad aangesloten op een externe neurostimulator (testkastje), die u in een riem stopt en om uw middel draagt. Deze externe neurostimulator stuurt via de draad elektrische pulsjes naar zenuwen bij uw stuitje (sacrale zenuwen). Op die manier kan onderzocht worden of de elektrische pulsjes de functies van uw blaas of darmen inderdaad kunnen herstellen.

Wat gebeurt er na de operatie?

Tijdens de gehele proefstimulatieperiode houdt u uw blaas- en/of darmklachten bij in een speciaal dagboekje. Als uw klachten tijdens de proefperiode aanzienlijk minder worden of verdwijnen, wijst dat erop dat u ook op de lange termijn baat kunt hebben bij de SNM-therapie.

Uw arts of verpleegkundige geeft u informatie over het bedienen van de proefstimulator. Hij of zij vertelt u tevens over de voorzorgsmaatregelen of beperking van activiteiten waar u rekening mee moet houden tijdens de proefbehandeling.

Tijdens de proefbehandeling kunnen complicaties optreden, waaronder verschuiving van de draad, technische problemen met de externe neurostimulator en mogelijk wat voorbijgaande pijn.

Hoe kan de effectiviteit van de therapie gemeten worden?

Aan het einde van de evaluatiefase beoordeelt de patiënt samen met iemand uit het medische team het ontlastingsdagboekje. Ze bespreken of de symptomen zijn afgenomen en beslissen of de therapie geschikt is. 
 

  

Hoe werkt het?Als de patiënt niet tevreden is,
wordt de elektrode verwijderd en de behandeling stopgezet.
 

  

  

Hoe werkt het?Als de test heeft gewerkt voor de patiënt, bespreekt iemand van het team met de patiënt hoe de neuromodulator geïmplanteerd wordt.

  

Evaluatie

Na een proefbehandeling met een definitieve geleidingsdraad volgt er altijd een tweede afspraak voor een ingreep op de operatiekamer of het dagcentrum:

Bij een negatieve test wordt de definitieve geleidingsdraad en de tijdelijke verbindingskabel verwijderd.

Bij een positieve test wordt een neurostimulator geïmplanteerd.

Implantatie van de neurostimulator

Het kan zijn dat er alleen plaatselijke verdoving gebruikt wordt; u blijft dan tijdens de ingreep bij bewustzijn. De arts kan ook beslissen om algehele verdoving toe te passen.

De arts maakt de incisie (snee) in uw bovenbil op de plaats van de tijdelijke verbinding open en verwijderd de tijdelijke verbindingskabel.

De arts maakt de ruimte iets groter, sluit de definitieve geleidingsdraad aan op de neurostimulator en plaatst deze in de ruimte onder de huid in de bovenbil.

De neurostimulator stuurt via de geleidingsdraad elektrische pulsen naar uw sacrale zenuwen.

Hoe wordt de operatie uitgevoerd?

De neuromodulator (die de elektrische impulsen voor stimulatie produceert) wordt onder het huidoppervlak in de bovenste bilstreek geplaatst en verbonden met de draad. 

Wat gebeurt er na de operatie?

U zult de neurostimulator en de elektrische pulsen in het begin wel voelen, maar dat went gewoonlijk snel.

Na de operatie moet u één of twee keer voor een vervolgafspraak naar uw arts. Als alles daarna goed gaat, gaat u één keer per jaar terug voor een jaarlijkse controle.

Deze informatie is geen medisch advies en mag niet worden gebruikt als een alternatief voor overleg met uw arts. Bespreek de indicaties, contra-indicaties, waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen, ongewenste voorvallen en verdere informatie met uw zorgverlener.

Referenties

1

Leng, W. W. & Chancellor, M. B. How sacral nerve stimulation neuromodulation works. Urol. Clin. North Am. 32, 11–8 (2005).

2

Chancellor, M. B. & Chartier-Kastler, E. J. Principles of Sacral Nerve Stimulation (SNS) for the Treatment of Bladder and Urethral Sphincter Dysfunctions. Neuromodulation Technol. Neural Interface 3, 16–26 (2000).

3

Gourcerol G. et al. How sacral nerve stimulation works in patients with faecal incontinence. Colorectal Dis. 13(8):e203-11 (2011)